zaterdag 26 september 2015

Bouwen, stap 3: schilderwerk, plaatjes.

Voordat ik iets zal laten zien van de huidige stand van zaken, wilde ik nog even graag een plaatje met jullie delen dat ik tegenkwam (klik voor groot). Het was mijn eerste kennismaking met de Connie toen ik 10 jaar geweest zal zijn, in de Suske en Wiske. Willy Vandersteen maakte in 1956 een wereldreis met o.a. de Super Connie. Die wereldreis zou hem inspireren voor wat "Suske en Wiske en de Gouden Cirkel" zou worden. In dit album vliegt het gezelschap eveneens in een Constellation en moet Suske het toestel zelfs landen als de piloot uitvalt. In het plaatje midden boven is de geometrie van de Constellation duidelijk herkenbaar.

Schilderwerk


1/72 B-52
Voor mij is modelbouw eigenlijk pas begonnen toen ik mijn eerste airbrush kocht in 2007. Ik was aanvankelijk aarzelend en vroeg me af of dat nou nodig was. Maar ik kon ook niet ontkennen dat er een behoorlijk gat zat tussen mijn kwastwerk en wat ik op internet langs zag komen. Airbrushen heeft een aantal voordelen. Ten eerste kun je veel beter doseren hoeveel verf je aanbrengt. Bij modelbouw geldt: less is more. Liever eerst met dunne laagjes ("mists" in jargon) beginnen dan te snel een dikke laag aanbrengen die gaat druipen. Ten tweede is de verflaag gemiddeld dunner dan met kwasten, waardoor veel meer detail behouden blijft. Ten derde is het gewoon veel sneller voor grote oppervlakten. Hiernaast zie je een B-52 in 1/72. De lengte van dat ding is 67 cm, de breedte ook zoiets. Wie dat allemaal wil gaan kwasten... Maar het belangrijkste is toch dat je een hele mooie egale verflaag krijgt.

Het nadeel van kwasten is namelijk, dat tenzij je de techniek heel goed beheerst, het altijd zichtbaar zal zijn dat je het met de hand hebt gedaan, en dat staat gewoon niet mooi. Uiteraard gaat niet alles onder de airbrush. Cockpits en details zoals wielen schilder ik met de hand. Alleen in hele grote schalen zoals 1/35 heeft het zin om ook de cockpitruimte te airbrushen.

Om rechte vlakken ook goed recht te schilderen, is er net als bij schilderen in huis maskeertape. Het meestgebruikte merk is van Tamiya. Het is behoorlijk prijzig spul. Maar het is het geld meer dan waard. Het hecht echt geweldig, en laat toch geen lijmresten achter. Dat er toch verf onder kruipt komt echt zelden voor en is meestal het gevolg van onzorgvuldig afplakken. Voor kleine en onregelmatige oppervlakken is er ook nog "liquid mask", een goedje dat je op bijvoorbeeld kleine ruitjes kunt schilderen. Binnen een paar minuten vormt het een soort elastische laag die je er later weer af kunt halen. In schilderen, maskeren e.d. kun je je natuurlijk ook verliezen, zoals het plaatje hiernaast humoristisch aangeeft. Je ziet hier soldaten die vlak voor D-Day de zogenaamde 'invasion stripes' aanbrengen op Geallieerde vliegtuigen, zodat piloten ze snel konden onderscheiden van vijandelijke vliegtuigen.


Ik heb inmiddels mijn 'moonshine' thinner de vuurdoop gegeven, en het lijkt goed uit te pakken. De buitenlaag wordt aluminium, en zoals ik al eerder zei: aluminium is unforgiving als het op krassen, naden en andere ellende aankomt. Maar er kwamen eigenlijk nauwelijks problemen met al te zichtbare naden naar voren. Het (voorlopige) resultaat hieronder:

 De 'donuts' rond de propelleras zijn van posterbuddy, om het al geschilderde binnenwerk van de motor te beschermen.


Er moet uiteraard nog genoeg aan gebeuren, maar eigenlijk gaat deze lekker vlot. Het is een heerlijk model wat dat betreft, dat zichzelf praktisch bouwt. Wat nu nog moet gebeuren is het schilderen van details op de romp, de decals en het aanbrengen van de propellers. Jullie krijgen dit model trouwens op een statief. Reken op een lengte van 25 cm bij breedte 27 cm.

Plaatjes


Silvering.
Voor alles wat je onmogelijk nauwkeurig met de hand kunt doen (tenzij je Aziaat bent misschien) zoals letters, nummers en afbeeldingen, zijn er decals. Een decal is eigenlijk gewoon een transparant stukje film (drager) met de afbeelding erop geprint. Ze zitten standaard in een doos, maar je kunt ze ook zelf printen. Het geheel zit aan een stuk karton gehecht met lijm. Als je de decal uitknipt en in water doet, laat de lijm los en komt het stukje film van het karton. Je geleidt het plaatje daarna op je model en brengt het met bijvoorbeeld een wattenstaafje of een cocktailprikker op zijn plek.

Decals zijn erg gevoelig. Heb je slechte kwaliteit, dan breken ze, of plakken ze niet goed. Vroeger, lang geleden zeg maar, ging ik eigenlijk plaatjes plakken op het model met meestal het gevolg rechts. Wat hier gebeurt heet in jargon silvering. Wat er aan de hand is, is dat verflagen op micro-niveau ruw zijn. De decal gaat dus luchtbellen eronder krijgen. In het ergste geval bladdert hij af, in het beste geval ziet het er gewoon niet overtuigend uit, zoals hiernaast. Je ziet gewoon dat het een plaatje is dat over iets anders is geplakt.



MicroSol                                          Rode decal na bewerking.
Hier is een oplossing voor, letterlijk. Het eerste dat je namelijk doet, is een glanslaag spuiten als je model helemaal afgeschilderd is. Dat maakt het oppervlakte weer iets egaler en zorgt voor een kleiner contrast met de dragerfilm. Als je je afbeelding vervolgens overbrengt, neem je een kwast en behandel je de decal met MicroSol, zie rechts. MicroSol is een vreemd ruikend goedje uit een klein ***-flesje dat iedere modelbouwer minstens één keer in zijn carrière heeft omgestoten. Maar wat het heel goed doet is de dragerfilm verslappen. Hierdoor gaat de decal zich helemaal vormen naar de ondergrond, wat een veel realistischer effect geeft. Dit effect zie je het beste in de tweede foto, bij de neus van de P-15D. Het resultaat is dat al het detail in het plastic mooi zichtbaar is door de decal. Het lijkt erop geschilderd, en dat is de bedoeling. 

Hierna gaat het model voor een tweede keer in een glanslaag. Hierdoor worden de decals als het ware verzegeld, en kan je aan de volgende stap beginnen: verweren, ook wel 'weathering' genoemd. Bij jullie model zal dat trouwens praktisch afwezig blijven, omdat civiele airliners en zeker degene die jullie gaan krijgen altijd goed schoongehouden worden. Maar bij militaire vliegtuigen wordt dat veel minder gedaan. Zeker marinevliegtuigen zoals de "Harrier" hieronder, vertellen een zichtbaar verhaal over hun staat van dienst, en het is een hele kunst om dat na te maken.

Hawker Siddeley Harrier.

Weathering is niet één techniek, maar bestaat uit meerdere technieken. Ééntje daarvan beheers ik op dit moment aardig, hierover zal ik later nog wat vertellen. 

1 opmerking:

  1. Mooi beschreven hoeveel tijd en energie er zit in modelbouwwerk. Maar ook het streven naar het perfecte vind ik geweldig.

    BeantwoordenVerwijderen