De voorloper van de "Super Connie", de gewone "Connie", vindt haar oorsprong al ergens in 1939. Trans World Airlines (TWA) plaatste een verzoek voor een pressurized vliegtuig dat 40 personen kon vervoeren. Degene die aanzienlijke druk achter dit verzoek zette was trouwens niemand minder dan Howard Hughes, die zelf grote doorbraken in de luchtvaarttechnologie teweeg zou brengen. Lockheed was indertijd al bezig met een soortgelijk project, maar dit project werd volledig verlaten. Hughes stond bekend als een drammer: hij had een waslijst aan eisen, een kruissnelheid van 500 km/h (hoog voor die tijd), een bereik voldoende om van kust naar kust te vliegen binnen de VS, en een hoog leeggewicht wat weer zorgde voor grote eisen aan de motoren.
De F-117A, beter bekend als de "Stealth fighter" |
Met het begin van WO2 kreeg de Connie ook een belangrijke rol bij de USAAF (United States Army Air Forces; de voorloper van de huidige Amerikaanse luchtmacht). Met als militaire naam C-69 werd de Connie ingezet voor het vervoer van troepen over grote afstanden. Heel even werd voorgesteld de Connie door te ontwikkelen tot een lange-afstandsbommenwerper, maar dit is er nooit van gekomen. Er zijn in totaal 22 C-69's gebouwd, maar niet allen zijn aan de USAAF afgeleverd. Sommige van deze vliegtuigen bleven tot in de jaren '60 in gebruik bij de M.A.T.S., de Military Air Transport Service. Uiteindelijk werd hun rol overgenomen door modernere vliegtuigen zoals de C-130 Hercules en straalvliegtuigen.
De Connie was revolutionair voor haar tijd, en daarmee ook het duurste toestel dat op de tekentafel lag op dat moment. De Connie beschikte bijvoorbeeld over de-icing-mechanismes, propellers met variabele pitch, maar als allerbelangrijkste: een drukcabine, waardoor vliegen boven de wolken mogelijk werd. De Connie beschikte over krachtige Wright-radiaalmotoren met Pratt&Whitney-backupmotoren. Aangezien TWA het geld niet kon ophoesten, heeft Howard Hughes een deel van het geld via zijn eigen bedrijf, de Hughes Tool Company naar Lockheed laten vloeien.
Wat de buitenkant betreft is het meest opvallende aan het ontwerp wel het drievoudige staartvlak. Dit heeft er alles mee te maken dat de Connie eigenlijk al in haar ontwerpfase "in dienst moest". De Connie had erg grote propellers voor haar tijd, daardoor moest het landingsgesteld erg hoog zijn. De USAAF voelde er weinig voor om de bestaande hangars voor jagers te gaan verhogen voor grote transporttoestellen, daarom werd voor een onderverdeling gekozen in drie kleinere vlakjes.
Impressie van één van de KLM Connies |
De Connie als AWACS |
1943 was Lockheed op zoek naar een manier om een grotere Connie te bouwen. Het probleem zat hem in de motoren. Door de oorlog was er een tekort aan geschikte motoren op de civiele markt. De doorbraak kwam toen concurrent Douglas met de DC-6A op de markt kwam in '46 (de DC-6A is een verre verwant van de DC-3 "Dakota"). De DC-6A kon in één klap 23 passagiers méér vervoeren dan de Connie. Lockheed moest aan het werk. In 1951 vloog de eerste Super Constellation. Het bereik van de Super Connie was niet echt veel groter, slechts 8222 km tegenover 8000 km. Maar het maximale aantal passagier was wel groter: 106 vs. 95. Verder was de Super Connie één van de eerste vliegtuigen die door de Amerikaanse luchtmacht en marine in een Airborne Warning And Control System (AWACS)-rol werd gebruikt (zie hierboven).
De Boeing 707, het begin van de straalrevolutie |
Het einde van de Connie bij het gros van de luchtvaartmaatschappijen kwam eind jaren '50 met de komst van straalvliegtuigen zoals de Boeing 707 (zie foto) en de Douglas DC-8. Efficiëntie en snelheid wonnen het van de romantiek van de propellers. De laatste commerciële vlucht met de Super Connie vond plaats in 1993, toen de Amerikaanse FAA (de toezichthouder op de luchtvaart) landingen vanuit de Dominicaanse Republiek met de Connie verbood vanuit veiligheidsoverwegingen. Er zijn momenteel talloze exemplaren te bezichtigen in musea over de hele wereld. Tevens zijn er nog luchtwaardige exemplaren die beheerd worden door particulieren. In Nederland is nog één luchtwaardig exemplaar te bezichtigen, in het Aviodrome. Het betreft een (militaire) C-121 versie die nog ingezet is bij de "Berlin Airlift" en daarna door particulieren is geschilderd in KLM-kleuren.
De gerestaureerde Connie in KLM-kleuren. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten